In deze mijlpaal van de direct cinema volgen de broers Albert en David Maysles, die de film samen met editor Charlotte Zwerin maakten, vier Amerikaanse bijbelverkopers. De protagonisten, met bijnamen als ‘de das’ en ‘het konijn’, gaan van deur tot deur met hun hemdsmouwen en koffers vol met de grootste bestseller aller tijden. Maar de arbeidersgezinnen waar ze hun verkooppraatjes bij afsteken, hebben wel wat anders aan hun hoofd dan het aanschaffen van een met bladgoud afgewerkte bijbel voor 49,95 dollar.
Zoals vaak in het observerende werk van de gebroeders Maysles zijn het de personages die de film sturen. In dit geval van Boston naar Miami, langs huiskamers en goedkope motelkamers waar ze potjes kaarten, pochen over sales of zich die keer herinneren dat een van hen met zijn bijbels in een moslimwijk belandde.
En bijna ongemerkt schetst Salesman (1969) een portret van het Amerika van de jaren zestig. Van een identiteit verankerd in christendom en consumentisme, vervlochten in een verkooppraatje dat steeds minder aanslaat.
Stills
