‘Koyaanisqatsi’ verwijst naar een begrip in de taal van de Noord-Amerikaanse Hopi-stam, en betekent zoveel als ‘leven uit balans’, of ‘gek leven’. In diepe basstemmen galmt het woord bezwerend over de beelden van Godrey Reggio’s beroemde visuele essay uit 1982.
Het beeldessay begint met een reeks indrukwekkende landschappen waaruit de macht en pracht van de natuur spreekt. Gaandeweg doet de mens zijn intrede, culminerend in volle snelwegen, hectische treinstations en lopende bandwerkers, bewegend op het ritme van de muziek van Philip Glass. Steeds zenuwachtiger klinken de strijkers en blazers, steeds sneller gaan de autootjes en de poppetjes. Steeds sneller, steeds drukker, steeds ingewikkelder – en dit was nog vóór het internettijdperk.
Met zijn Qatsi-trilogie (Koyaanisqatsi was het eerste deel) wilde Reggio aantonen welke plek de mens en zijn technologische ontwikkelingen innamen in de natuur. Door beelden te versnellen, te herhalen of juist te vertragen benadrukt hij de vergankelijkheid van dit alles. Wat is een wolkenkrabber nou helemaal, vergeleken bij een grillige rotsformatie die miljoenen jaren in de maak was?