Het is het einde van de zomer na de eindexamens. De volgende ochtend zal de Franse Rosa naar Montréal vertrekken om te beginnen aan een dansopleiding. Met haar vrienden viert ze een feestje op de plek aan zee die ze ‘het eiland’ noemen. Een nacht lang wordt er gedronken, gerookt, gekletst, gelachen, gehuild, gevochten, gezoend – tot het licht wordt en er afscheid moet worden genomen. Van elkaar, en van hun gedeelde jeugdjaren.
The Island is tegelijk een fictiefilm en een making-of: scènes op het strand worden afgewisseld met beelden uit de repetitieruimte, waarbij de jonge acteurs (die in beide filmische lagen hun eigen naam dragen) aanwijzingen krijgen van de regisseur of al improviserend hun rol verkennen. Beweging speelt daarbij een belangrijke rol. De film is als een choreografie, een dans van bevriende lichamen, begeleid door terugkerende dialogen en een voice-over. Een afscheid dat wordt herhaald tot het onvermijdelijk is.