Een vader en zijn twee dochters komen vanuit Iran na omzwervingen in Wales en Nederland aan in Zweden en verkennen hun nieuwe woning. Er zijn knusse kamers, een fijne warme maaltijd en een klaterende douche. De beelden benadrukken de wens om thuis te komen, terwijl de hoofdpersonen toch niet helemaal lijken aan te komen.
Want waar is hun familie, waar zijn hun vrienden? Die zijn aanwezig in foto’s aan de muur, in herinneringen en in muziekfragmenten die terugvoeren naar een vroeger leven. De twee meiden lezen boeken, spelen, maar vervelen zich vooral. Zelfs in de bioscoop wisselen ze keer op keer van stoel, de onrust lijkt hen niet los te laten.
In het gezin klinkt afwisselend Engels, Perzisch en Nederlands. Zonder in te gaan op de grote problematiek van immigratie, toont deze dromerige korte film de dagelijkse situatie van mensen die ongewild in een vreemd land belanden en zich opnieuw moeten voegen naar een nieuwe omgeving, en de gevoelens van isolatie en desoriëntatie die daarmee gepaard gaan.