Like the Glitch of a Ghost
Alapadu ligt midden in het regenwoud van zuidelijk Suriname. In een film die het Diaconaal Instituut hier in de jaren vijftig maakte en die vervolgens in het archief van Eye Filmmuseum belandde, worden de bewoners nog ‘indianen’ genoemd.
Hoofdpersoon van de film is echter een witte jonge zendeling, die in het geïsoleerde dorp werkt als verpleegster. Ze behandelt wonden en deelt wormenkuren uit, geeft links en rechts advies, en leert kinderen de basis van het Nederlands, zodat “zij zich verstaanbaar kunnen maken als ze naar Paramaribo gaan.”
Ze bedoelt het allemaal goed, maar in haar houding en taalgebruik klinkt paternalisme en onverholen racisme door. De inheemsen worden neergezet als grote kinderen, die volgens de voice-over “leven op de rand van het Stenen Tijdperk.” Ze zijn vies, arm en zielig, maar worden gelukkig gered door een Florence Nightingale met een hoornen brilletje en een parmantig rollende r. Die koloniale neerbuigendheid zien we pas echt goed nadat Paula Albuquerque alle personen in de film behalve de zendingswerker onherkenbaar heeft gemaakt met een glitch. Door hen te onttrekken aan een objectiverende blik, herstelt ze hun soevereiniteit.