De schaduw van een hand beweegt over de grond, over een boombast. De hand is van een vrouw, die als een geestverschijning door deze ongrijpbare film waart, onzichtbaar voor de mensen naast wie ze materialiseert. Misschien is zij het verleden zelf, opgeroepen door het ophalen van een geschiedenis, het loswoelen van de grond.
Flarden van herinneringen die tijd en plaats overstijgen liggen onder het oppervlak verborgen – in grotten, in ondergrondse tunnels, op de bodem van een stuwmeer. Plaatsen die de herinnering bewaren aan de mensen die hier op enig moment in de tijd hebben bestaan, en de sporen dragen van wat zich daar ooit afspeelde. Soms kun je er verhalen horen: over angst, liefde, leed en opoffering.
Wie de grond afgraaft, graaft in het verleden. Voortbordurend op haar vorige film Gama (2023) verbeeldt Kaori Oda met over elkaar heen geprojecteerde beelden en overlappende geluidsbronnen hoe de tijd in lagen over elkaar heen valt. Lagen waar die mysterieuze vrouw doorheen beweegt, en die ze met elkaar in verbinding brengt.
Stills




