De advocaten, openbaar aanklager en rechter zijn echt. De zaak, Afrika tegen het IMF en de Wereldbank, is voorstelbaar. En de wederzijdse beschuldigingen – neokoloniale uitbuiting versus corruptie – klinken bekend. Maar de locatie van deze rechtszaak is onverwacht: een stoffige binnenplaats in de Malinese hoofdstad Bamako. Bewoners van omringende huizen lopen dwars door de zitting, meer met hun hoofd bij een falend huwelijk of een slecht betaald baantje dan gespitst op de gezwollen retoriek van de juristen.
In Bamako zet regisseur Abderrahmane Sissako de globalisering in het beklaagdenbankje. Door dat in een alledaagse setting te doen, in de leefomgeving van doodgewone Afrikanen, krijgen de grote, abstracte woorden van het proces een menselijke inkleuring. Gaandeweg groeit de woede over armoede, de uitzichtloosheid die Afrikanen tot migratie drijft en institutionele onrechtvaardigheid. Maar Sissako heeft ook oog voor komische terzijdes, zoals de cameo van uitvoerend producent Danny Glover, die als cowboy in een Afrikaanse western bij de buren op tv te zien is.