14-24 nov 2024
InstituteFestivalProfessionals
EN/NL
Doneer
Loading...
MyIDFA
Programmeur Niki Padidar over haar visie op de Youth Competition
Nieuws
Programmeur Niki Padidar over haar visie op de Youth Competition

Programmeur Niki Padidar over haar visie op de Youth Competition

Festival
woensdag 30 oktober
Door Rolien Zonneveld

Een opvallende verschuiving in de jeugdfilm heeft zich de afgelopen decennia voorgedaan, in hoe we naar jongeren kijken en wat we denken dat ze aankunnen.

Waar het genre ooit bekendstond om zijn experimentele en progressieve verhalen lijkt het nu een veiligere, soms zelfs conservatievere weg in te slaan. Het avontuurlijke randje, dat kinderen prikkelde en hen liet kennismaken met de complexiteit van de wereld, is meer op de achtergrond geraakt. Daarom kiest Niki Padidar, zelf filmmaker en voor het tweede jaar programmeur van de jeugdcompetitie, voor een andere koers.

In de loop der jaren zijn er bepaalde dwingende patronen ontstaan waar producenten en filmmakers vaak in mee gaan, of mee móeten gaan,” zegt Padidar. “Zo zie je bijvoorbeeld dat er te veel wordt uitgelegd. Alles moet duidelijk zijn en niets wordt aan de verbeelding overgelaten. Maar jonge kijkers hebben juist een groot vermogen om zelf na te denken en verbanden te leggen.” Volgens Padidar wordt de intelligentie van kinderen hierdoor onderschat. “Films die verwonderen of een beetje verwarren zijn juist heel interessant voor jongeren”, vervolgt ze. In plaats van voorspelbaarheid, wil ze dat films de nieuwsgierigheid – of soms zelfs verontwaardiging – van kinderen aanwakkeren en hen uitdagen om zelf betekenis te geven aan wat ze zien. “Dan ga je namelijk twijfelen aan je eigen versie van de werkelijkheid, in plaats van altijd bevestigd te zien wat je al kent. Daar leer je niks van. En daar wordt je wereld niet groter van.

Crushed 4

Still from Crushed (2024), dir. Camille Vigny

Om die reden is Padidar breder gaan zoeken naar films die, hoewel ze niet als 'jeugdfilm' zijn ingezonden, toch geschikt zouden kunnen zijn voor het genre. Ze zoekt naar verhalen die bijvoorbeeld jonge hoofdpersonages volgen zonder ze eendimensionaal neer te zetten, met een vastomlijnde missie of eigenschap. "Een veelvoorkomende valkuil in jeugdfilms is de neiging om mensen en thema’s te reduceren tot één enkel aspect," zegt ze. "Zoals een transgender persoon waarbij de film alleen om diens transitie draait, alsof dat het enige is wat die persoon definieert. Of een film over een drugsverslaafd persoon die alleen maar verdriet bij naasten veroorzaakt. Of een Keniaans gezin dat alleen door armoede en tegenslag wordt gekarakteriseerd, zonder dat de andere kanten van hun dagelijkse leven worden getoond." Krachtige films, zo legt ze uit, laten zien dat mensen juist gekenmerkt worden door tegenstrijdige emoties en gedragingen.

Tegenstellingen zoals goed versus kwaad, of ‘wij’ versus ‘zij’, daarentegen, worden juist vaak uitvergroot, alsof kinderen alleen simpele versies van de werkelijkheid aankunnen. Dat werkt hokjesdenken in de hand. Terwijl het juist belangrijk is om te laten zien dat de realiteit veel genuanceerder is. Films die in deze val trappen, leren kinderen niet omgaan met de complexiteit van de wereld, maar bevestigen vooroordelen en versterken een gepolariseerde kijk.

“In de IDFA-jeugdcompetitie zitten daarom ook films die misschien niet per se een lineair verhaal vertellen, maar juist een minder voorspelbare verhaallijn volgen. Neem bijvoorbeeld Crushed (2023) van Camille Vigny, dat de 18-jarige Camille volgt, dolverliefd en gelukkig in haar relatie, tot deze bezitterig en gewelddadig wordt. “Zo’n verhaal draait de typische happy end-opzet om, wat ook in de echte wereld juist een heel reëel scenario is.”

Een andere film die Niki aanhaalt is A Place to Call Home (2024) van Parisa Aminolahi, waarin een vader en zijn twee dochters zich bewegen door een prachtige, maar subtiel vervreemdende ruimte. Er hangt een ongrijpbaar gevoel dat iets niet helemaal klopt. Via gefragmenteerde gesprekken ontdekken we dat dit gezin iets dierbaars heeft moeten achterlaten en nu op zoek is naar een nieuw thuis. “Een originele benadering van wat gemakkelijk had kunnen vervallen in een ‘typisch’ vluchtelingennarratief," zegt Padidar.

A place to call home still 7

A Place to Call (2024, dir. Parisa Aminolahi)

De jeugdcompetitie is dan ook allesbehalve vormvast te noemen. “We streven naar een veelzijdige benadering, zowel in vertelvorm als beeldtaal,” legt ze uit. “Dit betekent een breed scala aan stijlen, van een absurdistische animatie zoals Headprickles van vorig jaar, tot subtiele, contemplatieve korte films zoals The Flower by the Roaddie de kijker op een meer open manier benaderen, zonder een strak narratief.” Voor de selectie van deze films werkt ze nauw samen met collega’s die verantwoordelijk zijn voor de Shorts-competitie. “Deze inzendingen testen vaak de grenzen van wat documentairefilm kan en mag zijn, en dat is precies wat we willen aanmoedigen.” 

Bezoekers krijgen tijdens het festival een samengesteld programma te zien, met twee of meerdere films, waarvan een net wat meer van de kijker vraagt. “Als ze weglopen met een gevoel ‘wat heb ik in godsnaam net gezien’, heb ik dat liever dan een film die nauwelijks beklijft. Als jij terugdenkt aan de films of programma's die je als kind raakten, waren dat dan de veilige, voorspelbare verhalen?”