In Tora, een Indiaas dorp op de grens met Myanmar, wordt het dagelijkse ritme bepaald door daglicht en duisternis. De tijd lijkt er stil te hebben gestaan: er wordt nog gekookt op houtvuurtjes, ook binnenshuis, en er is geen stromend water. Als het donker wordt, komen toch wat zaklampen tevoorschijn en op een gegeven moment wordt er zelfs een zonnepaneel geïnstalleerd.
De makers brengen veel tijd door met de dorpelingen, die ontwapenend onbevangen zijn, ook omdat ze niet gewend zijn aan camera’s of bewegend beeld. Via transistorradio’s komt de buitenwereld mondjesmaat binnen. Een oudere bewoner droomt van soevereiniteit voor zijn volk. Een ondernemende moeder met een klein winkeltje wil graag ijsjes verkopen om het kostschoolgeld voor haar vier kinderen te kunnen betalen en spaart voor een koelkast.
Het dorp staat namelijk op een kantelpunt: er lijkt eindelijk elektriciteit te komen. Eerdere pogingen liepen spaak en ook nu gaat de aanleg van de infrastructuur tergend langzaam. Gaat de elektriciteit er deze keer wel komen en brengt die de hechte gemeenschap de vooruitgang die zij hoopt en verwacht?