In een rommelig hok in Yangon, Myanmar, sloft een vermoeid ogend paar van middelbare leeftijd rond. Overal liggen spullen, een berg pillenstrips ligt lukraak verspreid op een kast. Het hok blijkt een kliniek en de twee blijken gediplomeerde artsen. Daarnaast zijn ze ook creatieve geesten: zij schildert en tekent, hij maakt een speelfilm, en patiënten krijgen naast een reguliere behandeling ook creatieve therapie. Hier geen steriel, efficiënt ziekenhuis vol witte jassen. In plaats daarvan behandelruimtes die weliswaar sjofel ogen, maar waar wel echt tijd en aandacht is voor mensen.
Geleidelijk zoomt de film verder uit, voor meer politieke context, en wordt duidelijk waarom dit ongewone artsenpaar zoveel mensen in mentale nood ontvangt. Ook toont regisseur Midi Z het maakproces van de politiek gevoelige fictiefilm van de arts, tot aan de première op een internationaal filmfestival.
Er wordt niets geduid of uitgelegd, alleen nuchter in beeld gebracht. In combinatie met de bij vlagen bezwerende soundtrack en de dromerige, desoriënterende sfeer resulteert dit in een bedwelmende, opmerkelijke kijkervaring.