Dichter, landbouwkundig ingenieur en revolutionair Amílcar Cabral wordt geboren in Guinee-Bissau als zoon van Kaapverdiaanse ouders. Na zijn studie in Portugal ontpopt hij zich tot de charismatische leider van de antikoloniale strijd tegen de Portugese overheersing. Hij wakkert met zijn utopistische ideeën de culturele en gewapende opstand aan, die ook als inspiratiebronvoor andere Afrikaanse bevrijdingsbewegingen zal dienen.
Zijn poëzie, brieven aan zijn twee achtereenvolgende echtgenotes en politieke pamfletten vormen de basis van een dagboekachtig filmrelaas. Associatieve sfeerbeelden met een geladen soundtrack worden doorsneden met politierapporten en archiefmateriaal. Langzaam verschijnt een gelaagd beeld van een visionair die zowel diplomatiek als meedogenloos kon zijn.
Terwijl de droom van een vrij Guinee-Bissau en eenheid met Kaapverdië steeds dichterbij komt, neemt ook de dreiging toe: van het Portugese leger en de geheime dienst, maar ook van ondermijning vanuit de eigen partijgelederen. Uitmondend in de vraag: wie zat er achter de moord op Cabral in 1973? Een portret vol interraciale liefde, ambitie, terreur en verraad.
Stills






