Paikar – Perzisch voor ‘oorlog’ of ‘krijger’ – is de gekregen titel van de Afghaanse kunstenaar-filmmaker Dawood Hilmandi. Zo wordt hij trots aangesproken door zijn ouders, maar in dit familieportret lijkt de bijnaam meer een last dan een zegen. In Paikar toont Hilmandi zijn terugkeer naar huis, waar hij de band met zijn autoritaire, ouder wordende vader wil herstellen.
Hilmandi en zijn zeven broers en zussen wonen allemaal verspreid over de wereld. Ze zijn krijgers, uit elkaar gedreven door oorlog. Zelf heeft Hilmandi zijn thuis gevonden in Amsterdam, waar hij door drukke straten slentert en nadenkt over ‘thuis’. Maar wat ís thuis? Hij ontvluchtte eerst Afghanistan, daarna Iran en later zijn strenggelovige vader.
Na een groot verlies keert Hilmandi terug naar Iran om zijn vader op de voet te volgen. Ze kijken televisie, gaan naar de moskee en halen herinneringen op. Samen reizen ze naar Afghanistan, waar ze, tijdens een dreigende coronaperiode, almaar dichter bij elkaar komen. Ze vinden veerkracht in overleven en maken nieuwe manieren van vrijheid mee, te midden van tijden van grote onzekerheid.