Kunstenaars noemen het wel ‘handgeheugen’. De kennis die niet in het brein maar in het lichaam ligt opgeslagen en wordt geactiveerd als je iets begint te schilderen, boetseren of tekenen. Şirin Bahar Demirel probeert dat geheugen te doorgronden. Zij vraagt zich af welke herinneringen er via de handen worden doorgegeven. En of we de agressieve inborst van een schilder kunnen aflezen aan zijn toets of de verlangens van een textielkunstenaar aan het borduursel.
Demirels ontdekkingstocht langs de grenzen tussen weten, herinneren en maken is een experimentele mix van geënsceneerde film, archiefbeelden en animatie. Een belangrijke rol is weggelegd voor foto’s uit haar eigen familiealbum. Ook dit zijn opslagplaatsen van het geheugen; maar bepaalde herinneringen – aan huiselijk geweld en het trauma dat vervolgens generaties lang blijft etteren – zijn in het album buiten beeld gelaten. Door de foto’s te bewerken en tot leven te wekken, probeert de filmmaker de onderliggende, onzichtbare lagen aan te boren.