Vlak voor haar 90ste verjaardag zegt de moeder van Peter Mettler dat zij eigenlijk eeuwig zou moeten leven, omdat ze nog zo veel te doen heeft. Een jaar later begraaft hij haar. De Zwitsers-Canadese filmmaker reist tussen Zwitserland en Canada, bezoekt de bergen van New Mexico en geeft les op een filmschool in Cuba. Telkens vergezeld door zijn camera, “een machine die me voor- en achteruit in de tijd neemt”. In meanderende gesprekken onderzoekt hij ons eeuwige verlangen naar elders, waar het gras altijd groener is.
Mettlers dagboek, dat drie jaar beslaat, is afwisselend tragisch en komisch, filosofisch en poëtisch. Een mengsel van persoonlijke conversaties, familiegeschiedenis, memoir, hommage, en liefde, verpakt in een esthetiek die doorregen is met psychedelische en experimentele beelden en geluiden, die de ervaring van een trance oproepen.
De climax wordt bereikt als de filmmaker wordt getroffen door een mysterieuze hersenaandoening, waardoor hij gaat hallucineren. Tijdens de revalidatie moet hij opnieuw leren kijken en betekenis geven aan wat hij ziet. En herinnert hij zich de woorden van zijn moeder: “Als je de toekomst niet kunt zien, moet je haar verzinnen.”
Stills






