De dirigent drukt de leden van de militaire blaaskapel in Lviv op het hart om naast treurmarsen ook de dansbare stukken te blijven studeren – voor wanneer ze niet meer alleen bij begrafenissen hoeven te spelen. In deze historische stad in het uiterste westen van Oekraïne zijn de loopgraven ver weg, maar dat geldt niet voor de oorlog; die meldt zich hier hooguit met enige vertraging. Waar op de begraafplaats in eerste instantie honderd plekken waren aangewezen voor gesneuvelden, kunnen de paar grafdelvers al gauw het werk niet meer aan.
In kalm tempo en met lange, registrerende shots volgt Vitaly Mansky een jaar lang het leven in zijn geboortestad. In het straatbeeld, gedomineerd door vrouwen en meisjes, verschijnen steeds meer symbolen van nationale trots: vlaggen, geborduurde traditionele kledij. Jonge mannen met beenprotheses duiken op, wanhopige moeders bekijken borden met foto’s van vermiste soldaten. En altijd is er de dreiging van een raketaanval. Intussen worstelen de musici met hun emoties, wanneer de zoveelste kist tussen de grafkruisen in de aarde zakt.