Indringend portret van de vasthoudende Amerikaanse onderzoeksjournalist Seymour Hersh (1937), al zes decennia lang de luis in de pels van de Amerikaanse overheid. De Pulitzerprijs-winnaar onthulde onder meer een door Amerikaanse soldaten aangericht bloedbad in Vietnam, deed verslag van het Watergate-schandaal, beschreef spionagepraktijken van de CIA en publiceerde over de martelingen in de Abu Ghraib-gevangenis in Irak.
In de overheid, maar soms ook in zijn werkgevers, treft hij keer op keer een oppermachtige tegenstander. Om zijn bronnen te beschermen neemt Hersh geen risico: het kostte filmmaker Laura Poitras (bekend van de Oscarwinnende documentaire Citizenfour (2014) over klokkenluider Edward Snowden) dan ook twintig jaar om Hersh te overtuigen aan deze film mee te werken.
Begeleid door een indrukwekkende hoeveelheid archiefmateriaal vertelt Hersh, gezeten op zijn werkkamer tussen kilo’s papier, gele notitieblokken en dozen met de labels ‘Bin Laden’ of ‘War on Terror’, over de bizarre tegenwerking die hem trof. Het vormt een angstaanjagend beeld van de almachtige overheid en de steeds benarder wordende positie van de vrije pers.