Ongeveer één op de vijf tienermeisjes in de Dominicaanse Republiek is moeder. Het is het onderwerp van de fictiefilm Ramona die een filmmaker en een actrice samen willen maken. Maar de actrice heeft moeite verbinding te voelen met haar zwangere, vijftienjarige personage en besluit daarom in gesprek te gaan met tienermeisjes die daadwerkelijk in verwachting zijn.
Wat begint als vraaggesprekken waaruit eens te meer blijkt hoe moeilijk de cyclus van tienerzwangerschappen te doorbreken is, groeit uit tot een organische uitwisseling. De meisjes doen niet alleen hun verhaal, maar geven ook hun mening over het soort kleding en make-up dat het filmpersonage zou moeten dragen, en praten mee over de geloofwaardigheid van scènes.
De meisjes vertellen hoe ze soms al op hun achtste of tiende stopten met spelen, om te koken en zorgen voor de mannen in huis. Dit filmproces geeft hen een hernieuwde kans om te spelen. Om via fictie de regie te voeren over hun verhaal. Het heft in handen te nemen over de scènes uit hun eigen leven, en die soms een tikkeltje te herschrijven.