De buitenmuren brokkelen af, sommige gedeelten zijn onbewoonbaar en ook de vertrekken van het oude paleis Abastumani waar wél geleefd wordt verkeren in staat van verval. Maar geleefd wordt er, zij het soms op het randje van de dood.
Toen er bij de Georgische filmmaker Mariam Chachia tuberculose werd vastgesteld, hoorde zij voor het eerst van het kuuroord Abastumani in het zuidwesten van haar geboorteland. Hier worden patiënten met open tbc behandeld, bij wie antibiotica niet aanslaan. Hoewel Chachia gelukkig wel thuis met medicijnen behandeld kon worden, bleven de gedachten aan een verblijf in het afgelegen sanatorium haar in haar nachtmerries achtervolgen. Haar oplossing om van die kwelling af te komen was er een film over maken.
Vijf jaar lang is ze in het kuuroord af en aan onderdeel van deze samenleving in het klein en ontdekt ze dat de bewoners, die er vaak jaren verblijven, een lichtvoetiger karakter hebben dan hun ziekte en de halve ruïne die ze bewonen doen vermoeden. In een sinistere wending wordt dit ook een verhaal over hoe deze plek en de patiënten zijn verbonden met de geschiedenis van Georgië.