Op weg naar het hotel, waar de negentigste verjaardag van een Indiase familieoudste gevierd wordt, is de persoon in kwestie reeds in grote verwarring. De dementerende man herkent zijn zoon, die hem naar de feestlocatie zal rijden, niet. Als even later de voorbereidingen van het festijn in volle gang zijn, hangt hij confuus rond in de lobby en zoekt hij in lege gangen naar zijn gebit.
De camera registreert hem van een afstand, soms door halfgeopende deuren. Zo wordt duidelijk hoe de oude man continue en tevergeefs tracht grip te krijgen op zijn leven. Ook andere familieleden worden in aanloop naar de feestelijkheden gefilmd, terwijl ze droogkomisch herinneringen ophalen aan de jarige in betere tijden.
De scènes rondom de oude man zijn herkenbaar, verdrietig en confronterend, maar tegelijkertijd lichtvoetig van toon. Ook al omdat diens familieleden zonder gêne over hem spreken waar hij bij zit – waar hij zelf weinig van meekrijgt. Als hij in een onbewaakt ogenblik aan de haal gaat met een goudvis, verandert deze warmhartige film over familie, ouderdom en geheugenverlies zelfs in een onversneden komedie.