Met een combinatie van documentaire, roadmovie en sciencefiction portretteert Sirens Call zijn al even hybride hoofdpersoon: Gina Rønning, een psycholoog die de indruk wekt niet van deze planeet te zijn. Tussen sf-achtige scènes in – waarin Rønning optreedt als de meermin Una, die na lange tijd terugkeert op een sterk veranderde Aarde – vertelt ze in interviews over haar identiteit als sirene en over de Amerikaanse meermens-subcultuur waarin ze een thuis vond.
Terwijl nieuwsberichten verhalen van extreme droogte en anti-lgbtiq+-beleid, sluit Una vriendschap met de meer-goth Moth, met wie ze een roadtrip maakt door de VS. Ondertussen blijft de film navigeren tussen fictie (of beter: verbeelding) en non-fictie, zonder ooit partij te kiezen.
In Portland treffen ze een meermens-gemeenschap die niet alleen draait om zelfacceptatie en prachtige kostuums, maar ook om activisme, onder meer voor de rechten van queer en trans mensen en Black Lives Matter. Het is allemaal vastgelegd op 16mm-film in een overwegend lome, fluïde sfeer die past bij de veelkleurige onderwaterwereld waarin we hen meermaals zien zwemmen.
Stills








