Decennia terug ontmoette theater- en filmmaker Pippo Delbono in een psychiatrische instelling in Zuid-Italië Bobò: een klein uitgevallen man, doof en analfabeet, die daar al 46 jaar amper als mens werd gezien. Hij had er letterlijk en figuurlijk geen stem. Delbono ‘redde’ Bobò en nam hem op in zijn moderne theatergroep vol dans, improvisatie en muziek. Bobò bleek een theaterdier, beide mannen haalden creatief gezien het beste in elkaar naar boven en leerden elkaar de kunst van het leven zelf.
Delbono schetst dit liefdevolle portret grotendeels middels toneelregistraties, steeds met Bobò als protagonist en gefilmd over een periode van twintig jaar. Ook zien we de levenslustige Bobò buiten het theater; dansend op het strand, toeterend in een megafoon en op unieke, poëtische wijze contact leggend met zijn medemens.
Tussendoor keert Delbono terug naar de ruïnes van het ziekenhuis in Aversa waar Bobò ooit een meelijwekkend person was, terwijl hij in het tweede deel van zijn leven een gerespecteerd artiest werd. De film is een ode aan deze grote kleine man, die Delbono’s kijk op het leven en zijn theater- en filmwerk voorgoed veranderde.
Stills






