Het geblaf en gegrom klinkt constant, af en toe overstemd door angstig gejank of geïrriteerd gekef. Met fluitsignalen leidt een man de troep honden langs een onstuimige branding, dwars door velden, het bos in. Zijn gezicht blijft buiten beeld, zijn wereld is ondergedompeld in gruizig zwart-wit. Op de geluidsband begint hij met halve zinnen en twijfelende pauzes aan een verhaal dat hij nooit eerder heeft verteld.
In 1980 werkte de man voor Íngrid Olderöck, de machtigste vrouw in de geheime dienst van Chili tijdens de militaire dictatuur. Als kind van gevluchte nazi’s kreeg ze het geweld met de paplepel ingegoten. In dienst specialiseerde zij zich in marteling, waarvoor ze speciaal afgerichte honden gebruikte. Een deel van de 1.469 verdwijningen tijdens de Chileense dictatuur staat op haar naam.
Olderöck stierf in 2001 en heeft zich nooit voor een rechtbank hoeven verantwoorden. De herinnering aan ‘de vrouw van de honden’ is echter nog springlevend en klinkt door in de stem van de verteller.
Stills






