In het voorjaar wordt de gezamenlijke veestapel van een Kirgizisch dorp verhuisd naar de zomerweiden in de bergen, een reis vol uitdagingen. Af en toe blijft de camera hangen bij een hinkende hond, een klaaglijk blatend, natgeregend lammetje of een jochie dat meehelpt door regenjassen uit te delen aan de meer doorgewinterde mannen. Sommige dieren weigeren de kolkende rivier over te steken, andere halen moeiteloos de overkant. Uiteindelijk gaat het niet om individuen, maar om de groep.
De kudde en de herders doorstaan dezelfde ontberingen, ze lijken één te zijn met het adembenemend mooie, onherbergzame landschap. Er is alleen het hier en nu, zowel voor de protagonisten (mens, dier en natuur) als voor de kijker. Tegelijk voelt de film tijdloos: dit is een tocht die al eeuwen wordt gemaakt.
Dit bijzonder filmische verslag van een jaarlijks terugkerende episode in het semi-nomadische bestaan van een herdersfamilie won twee prijzen bij de wereldpremière op het Oberhausen International Short Film Festival.
Stills








